Jaarrapport economie en beurs 01 2021


In het vorige jaarrapport stelden we ons de vraag wat het meest waarschijnlijke scenario was, inflatie (eenvoudig uitgelegd: prijsstijgingen) of deflatie (prijsdalingen). De Corona-crisis geeft er misschien, totaal ongevraagd, een antwoord op. Er worden nóg meer liquiditeiten in het systeem gepompt en nu zou er wel eens een mirakel kunnen gebeuren om het cynisch uit te drukken; deze keer is de hoeveelheid geld zo groot, dat ze wel degelijk begint door te sijpelen naar de reële economie en niet langer alleen blijft plakken aan de vette vingers van de vriendjes van de centrale banken. Dit kan de inflatie opkrikken en dus ook de rente. In een wereld met 280.000 miljard schulden waarin overheden zwaar worden gelobbyd door het internationale bankenkartel om meer schulden te maken, zou dit het einde betekenen van ons financieel systeem zoals we het nu kennen. Vandaar het belang van de vraag.

 

Eenmaal we terug naar een economisch redelijke normalisering gaan, pakweg in de 2de jaarhelft (een gewaagde uitspraak…) dan zou inflatie wel eens de kop kunnen opsteken. Deze zal zich eerst laten gevoelen in grondstoffen. Er zijn zelfs nu al tekenen van inflatie: voedingsprijzen stijgen, alsook materialen voor de bouwsector. De kredietimpuls in China als gevolg van de Coronacrisis is rechtstreeks verantwoordelijk voor de stijging van de grondstoffenprijzen.

 

Normaal gaat digitaal bijgedrukt geld voornamelijk naar aandelen, vastgoed en grote bedrijven, die er op hun beurt kleinere mee overnemen die geen lidkaart van het monetair clubje hebben kunnen bemachtigen, spijtig. Maar de economie en de beurs gedragen zich eigenzinnig. Het zou goed kunnen dat we, na het zoveelste gratis rondje van de centrale banken - wat enige zelfvoldaanheid met zich meebracht - toch eerst even zullen moeten corrigeren. Al was het maar om nog grotere zeepbellen en drama’s op termijn te vermijden.

Slecht nieuws is goed nieuws want dat betekent meer stimulus, maar wat als er weer goed nieuws komt...? Een verwittigd man is een vrouw waard! (vrouwen zijn betere beleggers, want ze nemen minder risico; iets om te onthouden)

 

De economische impact van Corona, ondanks een stijgende beurs en stijgende vastgoedprijzen, is niet te onderschatten. De homo sapiens met muisarm heeft nu definitief zijn weg gevonden naar onlinehandel, waarbij 70% van het geld buiten onze landsgrenzen terechtkomt. Het succes van een economie hangt voor een groot stuk af van de mate waarin we het geld binnenslands houden; iets wat we in deze opgedrongen geglobaliseerde wereld schijnen vergeten te zijn. De ondergang van de middenstand is geschiedkundig altijd al een indicatie geweest van economisch onheil. Pervers wordt het als niet noodzakelijk winstgevende bedrijven met gratis geld van de centrale bank gezonde concurrenten gaan overnemen. Cui Bono? In crisissituaties nog immer een pertinente vraag van onze goede vriend Cicero.

 

Dat we onze monetaire autonomie hebben verkwanseld aan de ECB zal steeds duidelijker worden. Niet akkoord met de politieke agenda? Geen geld. Zover zijn we gekomen en dit is nog maar het begin. Het is de internationale versie van het Belgische subsidie-verhaal.

Economen zullen er wel een uitleg aan geven, het is tenslotte hun beroep. De ECB zal het overtollige geld terug uit de economie halen, maar hoe ze dat gaan doen zonder brokken te maken, blijft in nevelen gehuld. De meeste economen werken voor banken, dus het optrekken van de mist is nog niet voor morgen. In werkelijkheid is het eenvoudig. Was je niet aanwezig op de laatste meeting in DAVOS of die van Bilderberg? Geen geld voor u. De boodschap voor ons is dus duidelijk: fuck you! Eer de kleine bedrijven en de werknemers hun inkomsten ooit verhoogd zien door het doorsijpeleffect (dat zich dan misschien toch op wonderbaarlijke wijze zou voordoen), is dit effect namelijk reeds lang ingehaald door hogere uitgaven. De vele corona-ondersteuningspremies, (Ha! Helikoptergeld lukt dus toch…), zijn slechts een heel klein stukje van de taart en zullen niet direct tot een inflatieopstoot leiden, want je zou kunnen zeggen dat een deel van het geld dat al jaren werd gestolen door taxen en cumulatieve effecten van diegenen die al veel geld kregen van de centrale banken, wordt teruggegeven aan de middenstand. Die zal het wellicht op een of de andere manier moeten teruggeven aan de staat, hoewel die het geld zo goed als gekregen heeft van de ECB. Dáár zullen politici dus niet moeten mee afkomen…

 

Een ander probleem dat momenteel onderbelicht blijft is de daling van de productiviteitswinst. In deze tijden van schijnbaar ongekende technische mogelijkheden is dit toch wel een heuse contradictie. De grootste technologische revoluties, met name elektriciteit en de automobiel, hebben we gehad. De overheid slaagt er dan nog in om ze alle twee steeds duurder te maken en te ontmoedigen, wat alvast een deel van het productiviteitsverlies verklaart. Of de revolutionaire bakfiets dit kan rechttrekken, is niet helemaal zeker.

Het internet zorgt voor ongekende mogelijkheden maar zorgt eveneens voor exponentiële inefficiënties waardoor er zeer veel tijd verloren gaat. Meerdere aanstaande economen wezen reeds op dit gegeven. Enkel de heel grote bedrijven slagen er in technologie in hun voordeel te gebruiken. Vermeldenswaard, want de coronacrisis versnelt dit proces. Ik heb het uiteraard over gemiddelden, maar dit is nog een reden voor de steeds groeiende kloof tussen arm en rijk, tot op het punt dat sociale onrust zijn intrede doet; iets wat we vandaag stilletjes zien gebeuren.

 

Het feit dat een lage koers-winstverhouding (een waarderingsmaatstaf bij beursgenoteerde bedrijven) nu een contra-indicator is geworden, bewijst dat de cumulatieve effecten van Big Corporate de spuigaten uitlopen; het komt er immers op neer dat duur gewaardeerde aandelen sterker stijgen. Als bedrijfsleider of creatieveling zijn deze turbulente tijden misschien het moment om eens afstand te nemen van de dagelijkse bezigheden, en eens goed na te denken over hoe technologie u wel beter kan helpen.

 

Hoewel een inflatie in de tweede jaarhelft of volgend jaar iets waarschijnlijker is, zouden we door de ongebreidelde geldcreatie van de centrale banken, wel eens durven vergeten dat er überhaupt nog zoiets bestaat als deflatie. Deze kan voor morgen zijn, maar evengoed voor een volgend decennium. Onverwacht is ze echter altijd. Deflatie mag dan meestal wel gekoppeld zijn aan een liquiditeitscrisis, waarbij we nu het tegenovergestelde zien door het ingrijpen van de centrale banken; de alsmaar stijgende private schulden, een veel groter probleem dan de overheidsschulden, kunnen toch een trigger vormen. Private schulden zijn namelijk gevoeliger voor renteverhogingen. En die zouden ons wel eens kunnen aangesmeerd worden als we eerst een inflatoire opstoot krijgen.

 

Door inflatie zouden renteverhogingen onvermijdelijk zijn om de economie af te remmen en zo inflatie in te dijken. Een hogere rente met zo’n grote schuldenlast is dus een gevaarlijke cocktail. En niet te vergeten, bij inflatie zullen de stimuleringsprogramma's snel afgebouwd worden.

Toch zal de ECB er alles aan doen om de rente laag te houden, zij weet maar al te goed wat de gevolgen zijn. En het is nog maar zeer de vraag of de consumptie in het post-corona tijdperk snel zijn normale niveau zal bereiken. Zolang de wereldeconomie onder zijn capaciteit opereert, is er van inflatiedruk geen sprake.

 

De implosie van het monetair systeem is dus nog niet voor direct. Het samenspel van deflatoire en inflatoire krachten blijft een delicaat evenwicht en een onvoorspelbaar gegeven, maar we moeten het toch een klein beetje in de gaten houden. Een klein beetje goud, goed weggestopt, kan hoe dan ook nooit kwaad, dat wijst geschiedenis uit, en die is nog steeds mijn beste vriend die mij nooit in de steek laat. Toch moeten we oog hebben voor het heden; bepaalde technologische evoluties zouden toch eens het verschil kunnen gaan maken. Zo is de samenwerking tussen Tesla en Bitcoin mogelijk een gamechanger in ons geldsysteem.

 

Wat betekent dit voor u als belegger?

85% van de aandelen noteren boven hun 200-daags gemiddelde en dat is historisch gezien een slecht teken. Maar historie en ogenschijnlijk interessante analyses zijn niet van toepassing want in een lage rente-omgeving en met de enorme liquiditeiten die er in het systeem worden gepompt, is er geen enkele betrouwbare indicator voorhanden, wat analisten en verkopers van abonnementen ook mogen beweren. Bovendien hangt een waardering ook af van de vergelijking met de alternatieven.

 

De beurs blijft de uitgelezen plaats om aan uw pensioen te denken want op lange termijn stijgt de beurs altijd, zeker met een groter wordende geldhoeveelheid.

 

Toch mag een aanhoudende lage rente ons niet overmoedig maken. Eenmaal markten beginnen te anticiperen op een rentestijging, zullen de beurzen al snel hun kar keren. Als de rente stijgt, zullen de centrale banken nog agressiever obligaties opkopen om de rente naar beneden te duwen, wat de beurzen dan weer in hun euforische stemming zal terugbrengen. Deze manisch-depressieve cyclussen zullen echter steeds korter worden, tot op het moment dat de onzekerheid dermate zal toenemen, dat deflatie zal toeslaan en ook het aantal stoelen zal doen afnemen tijdens de stoelendans. Caveat emptor.

 

Later een heel goed pensioen; dat is wat de beurs voor u zou moeten betekenen, Als je de beurs ziet als een instrument om snel rijk te worden, dan zou u al snel het tegenovergestelde kunnen overkomen. De strategie die u toepast is belangrijker dan het instapmoment, vandaar dat de Hovertronic-methode, een eenvoudige strategie die u zelf kan toepassen zonder de helft van uw rendement te zien verdwijnen aan commissies, u zeker verder kan helpen.

Of u staat op het punt om een investering/belegging te doen maar u kan wel een second opinion gebruiken? Maak een afspraak via jurgen@vanhover.be